De Kyllberg bij Kyllburg

Etappe 5, 21 mei 2014

Gerolstein – Grevenmacher (L) – 107 km
Totale afstand: 541 km

De etappe van vandaag begint rustig langs de rivier, naar Birresborn waar we bij de lokale bakker ontbijt kopen en het meteen buiten in het zonnetje opeten. Heerlijk vakantiemoment. Vervolgens gaat het verder richting Kyllburg. Onderweg erheen volgen we het spoor. Op een gegeven moment letterlijk, want het fietspad gaat door een – gewoon in gebruik zijnde – spoortunnel.

foto van Michel die de spoortunnel uit fietst
Michel verlaat de spoortunnel even voor Kyllsburg.

Kyllburg is een prachtig plaatsje en in de lokale uitspanning drinken we koffie. We waren eerder al door een andere fietser al gewaarschuwd voor de Kyllberg, maar hadden die niet op de kaart kunnen vinden. Maar na Kyllburg snappen we wat hij bedoelde: twee kilometer lang gaat het steil omhoog; het laatste stuk is zelfs 13 procent…

Michel en twee fietsen bij een verkeersbord waarop staat dat er een helling nadert van 25 procent
Ze bestaan in de Eifel: hellingen van 25 procent.

Maar even later blijkt dat het nog veel steiler kan in de Eifel, een bord geeft aan dat de hellingshoek van het fietspad 25 procent bedraagt. Gelukkig is het niet lang en is het voor ons naar beneden. Even later eist een klimmetje zijn tol: Raph overbelast er zijn rechter knie.

Foto van een mand gemonteerd voor de stuur van de fiets.
Een hondenmand in plaats van een stuurtas, dat is weer eens wat anders.

In Auw (what’s in a name…) ontmoeten we op de plaatselijke uitrustplek het echtpaar Nadine en Danny uit Antwerpen, samen met hun hond Joske. Joske blijkt hun vaste reisgezel te zijn. Nadine en Danny zijn enthousiaste fietsreizigers. Ze zijn, nadat ze een Duitse herder hadden gehad, op zoek gegaan naar een hondenras waarvan volwassen dieren maximaal 5 kilo wegen. Daardoor kunnen ze hun trouwste vriend eenvoudig mee op reis nemen, ook in het vliegtuig. Joske is van een onbekend klein Duits ras en lijkt nog het meest op een miniatuur Tibetaanse Terriër. De reisfiets-met-hondenmand met Joske er in trekt de nodige bekijks van andere fietsreizigers.

Na in Ehrang eerste een beetje te zijn verdwaald op een industrieterrein komen we uiteindelijk terecht in Trier. Daar nemen we, aan de Moezel, uitgebreid de tijd voor ons avondeten. En vervolgens gaat we door naar de camping van Grevenmacher in Luxemburg. Raph’s pijnlijke knie begint tijdens het laatste stuk op te spelen, terwijl het een bijna volledig vlak stuk is; dat is geen best voorteken. Het roept herinneringen op aan 1990, waar hij tijdens een cross-countrytocht door de Verenigde Staten twee weken rust moest houden na zijn knie te hebben bezeerd. Lopen ging toen ook probleemloos. De tijd werd toen nuttig besteed door te werken in een thriftshop (tweedehandswinkeltje) in Macomb, Illinois: ‘Hamlin’s second time around‘. Dus als er de komende dagen geen verslag meer wordt gedaan, dan weten jullie waar je moet zoeken…

Op de camping in het Luxemburgse Grevenmacher komen we Sjef en Tan tegen, pensionado’s uit Emmen. Ze zijn zelf ook aan het fietsen, maar dat doen ze door middel van dagtochten langs de rivier. Tan blijkt sneller te kunnen fietsen dan Sjef. De reden daarvoor is dat ze een paar weken geleden een E-bike heeft gekocht. Omdat ze de fiets niet als brommer gebruikt haalt ze 100 kilometer op een acculading. Dat is genoeg om vanuit Grevenmacher naar Metz te fetsen en weer terug. En dat is precies wat ze de volgende dag gaan doen. De koffie die we van het paar krijgen smaakt ons meer dan uitstekend.

Klimmen

Etappe 4, 20 mei 2014

Kreuzau – Gerolstein – 118 km
Totale afstand: 434 km

De natuur wordt alleen maar mooier, maar er is vandaag wel een nieuw aspect toegevoegd aan de tocht: klimmen! De rivier de Roer bevindt zich in een steeds steiler wordend dal en net voorbij Heimbach staat op de kaart: “[9%-1000 m]”. En helaas voor ons is de kaart behoorlijk accuraat. En het blijft klimmen, waardoor we op een gegeven moment, bij Schmidtheim, voorbij een hoogtelijn op de kaart uitkomen die 550 meter aangeeft. Hadden we kunnen weten, want die kaart hebben we al maanden in bezit.

Het goede nieuws: het gaat allemaal best. Maar dat je met volle bepakking zó langzaam klimt, dat waren we ook al vergeten: op de steilste stukken ging het met maar 5 kilometer per uur omhoog. Maar afstappen, dat hoeft nog steeds niet. Gelukkig maar, want een bepakte fiets een berg op duwen is bepaald geen pretje.

Foteo van een houten bruf met daarop de tekst Naturpark Eifel
Naturpark Eifel heeft een eigen ingang voor fietsers

We reden dus door de Eifel en dat zouden we weten ook. De rivier de Roer werd verlaten voor de Urft, een zijrivier en die werd later, bij Dalhem, ingeruild voor de Kyll. En die komt in de buurt van de Luxemburgse grens uit in de Moezel.

Naarmate je ouder wordt, wordt je vermogen om te herstellen wel minder, zo merken we allebei. Maar het is te doen. Zelfs op de vierde dag, met steile klims, zadelpijn en spierpijn in de bovenbenen, lukt het ons om 118 kilometer af te leggen zonder dat het voelt dat we ons moeten forceren. Dat is hoopgevend. De komende dagen gaat het naar lager gelegen gebieden, dus dan cashen we in op de vandaag verrichte arbeid. Volgens Thijs, een fietser uit Nijmegen die ‘in between jobs’ onderweg is van de Middellandse Zee naar Nijmegen en die we ontmoeten op de camping van Gerolstein, zitten er op de rest van de route niet echt moeilijk stukken meer bij. Behalve de beklimming van de Mont Ventoux, natuurlijk.

Wonderschoon!

Etappe 3, 19 mei 2014

Heythuysen – Kreuzau (D) – 109 km
Totale afstand: 317 km

De rit van vandaag was prachtig, of zoals de Duitsers zeggen: Wunderschön. Meteen na de grens met Duitsland reden we al langs de Roer (Ruhr op zijn Duits). De route was bovendien bijna volledig onverhard. Dat klinkt misschien niet zo best, maar het tegendeel was het geval. Voor het grootste deel was het een goed onderhouden zandpad, dus zonder irritante kuilen. Soms was er een stukje geasfalteerd, maar dat had echt niet gehoeven, omdat de kwaliteit van het wegdek er bepaald niet beter op werd. Voor een racefiets is zo’n wegdek waarschijnlijk een gruwel, maar het grote voordeel voor ons was dat we geen racefietser zijn tegen gekomen. De weg rijdt weliswaar wat minder snel, maar het feit dat je praktisch geen rekening hoeft te houden met gemotoriseerd verkeer is ook wat waard.

Kortom: de Groene Weg route door Duitsland is tot dusverre een schot in de roos gebleken. Zonder de routekaart hadden we waarschijnlijk vooral over verharde wegen gereden en de weg moeten delen met auto’s en vrachtwagens. Heel benieuwd hoe lang dit nog zo doorgaat; tot dusverre hebben we al een kilometer of 90 op deze manier afgelegd.

foto van Michel op een paadje langs de Ruhr
Af en toe moest je een stukje omrijden, maar was er wel een smal paadje langs de rivier. Op de foto ziet het er prachtig uit, maar echt praktisch was het niet.

Vandaag hebben we in de buurt van Wassenberg onze eerste mijlpaal bereikt: 250 kilometer. Een vijfde van het beoogde totaal en daar hebben we minder dan 2,5 dag over gedaan. Tot dusverre verloopt de reis helemaal volgens plan.

Michel heeft vandaag tegen de zadelpijn twee fietsbroeken tegelijk aangetrokken. En Raph heeft last van tintelende vingers tijdens het fietsen. En samen hebben we last van oude-mannenkwalen zoals gevoelige knieën. Da’s wel iets om in de gaten te houden. Maar er is gelukkig nog niet iets dat tot onoverkomelijke problemen leidt.

Van voor naar achter van links naar rechts (4x)

Etappe 2, 18 mei 2014

Drunen – Heythuysen – 116 km.
Totale afstand: 208 km

Efficiency

Wat is het belangrijkste tijdens een fietstocht-met-deadline? Dat je elke dag voldoende kilometers maakt natuurlijk. Maar er is iets net zo belangrijk en daar kwamen we vandaag achter. Veel kilometers maken gaat je niet echt helpen als de route alle kanten op gaat, en je niet lekker kunt doorrijden op de – overigens prachtige – route. Vandaag hebben we weliswaar 116 kilometer afgelegd, maar toen we op Google Maps opzochten hoeveel kilometer het ook had kunnen zijn, kwamen we uit op een verschil maar liefst 25 kilometer! Dat betekent dat we, met een efficiency van maar 79 procent, niet erg doelgericht bezig zijn geweest vandaag.

Een belangrijke reden daarvoor was trouwens de kwaliteit van de ANWB knoopuntenkaart. Veel nummers van knooppunten bleken niet op de kaart te staan, en van de route afwijken kun je maar beter niet doen, want de kaart geeft buiten de knoopunten praktisch geen bruikbare detailinformatie. Daardoor zijn we veschillende keren omgereden. En ook verkeerd gereden.

Conclusie: maak alleen gebruik van een knoopuntenroute als je een mooie, autoluwe route wilt fietsen. En zorg dat je een recente en voldoende gedetailleerde kaart bij je hebt. Maar knoopuntenroutes zijn minder geschikt als je efficiënt van A naar B wilt fietsen.

Vanaf morgen gaan we de Groene Weg naar de Middellandse Zee volgen. Die kaarten zien er veelbelovender uit.

Bezoekjes

Aan het begin van de dag zijn we even bij Juel langs geweest. Juel komt van het platteland van Bangladesh en is de pleegzoon van Raph en Antoinette (de drijvende kracht achter Niketan). Hij kwam in 1997 naar het Niketanproject en is in 2001 samen met zijn zus Jarina naar Nederland gehaald voor de behandeling van zijn verschillende handicaps.

foto van een mini-Mars met opschrift 'succes'
Juel had een leuk klein cadeautje voor ons

Inmiddels is Juel 20 en woont hij niet meer bij Antoinette en Raph, maar op de Waterboog. Dit is een leefgroep voor dove volwassenen in Vught.

Mede dankzij de mogelijkheid die Juel hier heeft gekregen om onderwijs te volgen heeft hij zich kunnen ontwikkelen tot wie hij nu is. Dat besef heeft ons extra gemotiveerd om onze tocht tot een goed einde te brengen. Dankzij onderwijs kunnen kinderen met een handicap de dingen leren die van belang zijn voor hun functioneren in een gemeenschap.

groepsfoto van Raph, Juel en Michel en hun fietsen
Raph, Juel en Michel

Behalve bij Juel zijn we in Helmond ook even langs gegaan bij Nelleke, de oma van Michel’s kinderen. Onze komst was onaaangekondigd, maar dat maakte – op zijn Brabants – helemaal niks uit. Nichtje Yasmina van 4 was ook bij oma op bezoek; we kregen meteen ieder een kralenketting omgehangen.
Na koffie en de uitwisseling van de laatste nieuwtjes zijn we daarna weer verder gegaan.

Ongemakken

Wat op dag twee pas begon op te vallen, is dat je de dingen die wat minder leuk zijn aan fietsen langzaam maar zeker uit je geheugen wist. Maar helemaal vergeten doe je het niet, want dingen als zadelpijn, pap in de benen en tintelende vingers herinner je je maar al te goed als ze de kop opsteken.

Gelukkig is het binnen de perken gebleven. Maar Michel had wel dermate veel last van zadelpijn dat hij de hele dag met een zachte doek in zijn broek heeft gereden. Zo’n ding gaat onvermijdelijk aan de wandel, een keer zelfs was-ie ‘m bijna kwijt. Toch maar op zoek gaan naar een koersbroek-met-ingenaaid-zitpolster dus.

We zijn begonnen!

Etappe 1, 17 mei 2014

  • Michel: Wageningen – Drunen – 67 km
  • Raph: Pijnacker – Drunen – 92 km

We hebben er allebei maandenlang naar uitgekeken en vandaag was het eindelijk zo ver: TwoToVentoux is nu echt begonnen! Michel is vertrokken vanuit Wageningen en Raph vanuit Pijnacker. De eindbestemming van vandaag was Drunen. Hier wonen Raph’s ouders. En het is van beiden even ver. Althans, dat dachten we.

Zo’n eerste etappe is altijd spannend. Zijn de voorbereidingen goed verlopen? Hebben we iets vergeten? Is de conditie misschien te optimistisch ingeschat? Is fietsen nog steeds zo leuk als in je herinnering? Het antwoord op dergelijke vragen krijg je alleen als je op pad gaat.

Eerste indrukken van Michel

Foto van Michel op een fiets met een eenwielig bagagewagentje
Michel op zijn vervoermiddel voor de TwoToVentoux: een 21 jaar oude Trek 950 mountainbike, met daarachter een eenwielige BOB-trailer voor de bagage.

Het was begin januari dat ik Raph met gezin uitnodigde voor een nieuwjaarsborrel en Raph begon te vertellen over zijn voornemen een sponsorfietstocht naar de Mont Ventoux te gaan ondernemen. Dat maakte mij direct enthousiast en nog voordat ik me het echt realiseerde zei ik “dan ga ik mee”. Dat was 4 maanden geleden en nu is het zover. Mijn fiets van 1993, dat jaar speciaal gekocht omdat ik later dat jaar met Raph door de VS ging fietsen, heb ik voor deze gelegenheid weer volledig in ere hersteld. Nostalgie! En wat rijdt ie lekker! Eigenlijk zat vandaag alles mee: het weer, de fiets, de route en ik ben Michael Boogerd voorbij gereden! Dat laatste was makkelijk, want we gingen in tegengestelde richting……

Natuurlijk zat er ook iets niet mee, mijn zitvlak moet nog erg wennen aan een lange zit op het zadel.  Bij gebrek aan een lap vlees zal het morgen wel een extra doekje worden. In tegenstelling tot Raph heb ik wel een kilometertje of zeven teveel gefietst. Toch een verkeerde afslag genomen.

De route ging vanuit Wageningen via het riviertje De Grift naar “Onderlangs” bij de Grebbeberg langs het mooie natuurgebied De Blauwe Kamer. Bij Rhenen de brug over de Rijn genomen en dan via Ochten langs de Waal richting de oude tolbrug De Prins Willem Alexander. Eenmaal over de brug, aan de andere kant de drukbevaren rivier verder gevolgd tot aan Hedel. Even na Hedel de Maas overgestoken. Hier ging het fout met het lezen van de kaart. Dan maar vragen. Met dit weer kom je gelukkig genoeg fietsers tegen en hun aanwijzingen brachten mij na 7 km van omzwervingen weer op het juiste pad. En zo kwam ik iets na 5 uur bij de ouders van Raph aan.

Morgen gaat het pas echt beginnen. Dan gaan we met z’n tweeën samen verder richting de Mont Ventoux. Er is nog een lange weg te gaan, maar als de rest van de reis net zo verloopt als vandaag dan teken ik er voor.

De eerste indrukken van Raph

Wat me meteen na vertrek opviel, is dat het gebruik van navigatie in de auto een negatieve invloed heeft op de kaartleesvaardigheid. Voor het eerste stuk had ik een kaart gekocht met fietsknooppunten en daar kon aanvankelijk niet echt mee uit de voeten. Ook het fietsen van knooppunt naar knooppunt is nieuw voor me. Gelukkig wende het vrij snel.

Het weer was perfect voor een fietstocht: helder, zonnig, niet te warm en een aangenaam briesje. Dankzij de bewegwijzering van de knooppuntenroute was het een fluitje van een cent om via autoluwe wegen dwars door steden als Rotterdam en Capelle aan den IJssel te fietsen en toch juist uit te komen. In dit geval was dat bij de veerboot naar Kinderdijk. Bij de molens van Kinderdijk en in plaatsjes als Oud Alblas voelde ik me echt een toerist in eigen land. Wat heeft Nederland veel moois te bieden.

Foto van een bepakte fiets achter de slagboom van een veerpont. De overkant is zichtbaar
Raph’s fiets op de veerpont naar de Biesbosch.

Vervolgens ging het langs Dordrecht naar het veer richting de Biesbosch. Dat gebied wordt momenteel voorbereid voor ‘Ruimte voor de rivier’. Er wordt landbouwgrond terug gegeven aan de natuur. En er worden nieuwe boerderijen gebouwd op terpen, zodat de boeren droge voeten houden als de Biesbosch bij hoog water wordt gebruikt om het teveel aan water tijdelijk te kunnen herbergen.

De weg naar ‘Pontje Steur’ was gelukkig wel open en ook het veer voer gewoon.
Vandaar ging het via Hank, Dussen, de vierde veerpont over de Bergse Maas, Sprang-Capelle en Waalwijk naar Drunen.

foto van een klein pontje met de veerman en twee fietsers
Pontje Steur is een veerverbinding over het Steurgat aan de oostkant van de Biesbosch. Het pontje is er speciaal voor fietsers.

Met de conditie valt het alles mee. Het is in elk geval gelukt om een aardig gemiddelde van bijna 20 kilometer per uur te halen, zonder dat het achteraf pijn deed. Voor wie een racefiets heeft is een dergelijk gemiddelde misschien niet echt bijzonder. Maar de vergelijking gaat mank: alsof je de gemiddelde snelheid van een sportauto afzet tegen die van een vrachtauto.

Maar dat het de eerste dag probleemloos verliep wil niet zeggen dat het de rest van de tocht net zo gemakkelijk zal gaan. Mijn ervaring van voorgaande tochten is dat de derde tot en met de zesde dag het zwaarst worden. Daarna heb je het ritme te pakken en wordt het pas echt leuk.

Maar ook vandaag was er al iets leuks: Mijn vader bleek net als wij in bezit te zijn van een wielershirt van de Mont Ventoux. Dat hij de ‘Kale berg’ al eens had bedwongen wist ik. Dat was 1988, hij was toen 52. De AGU-Mont Ventouxrit was 1000 kilometer lang en omvatte 20 cols, waaronder de Galibier, de Izoard, de Vars, l’Alpe d’Huez en uiteraard de Mont Ventoux.

Drie Mont Ventoux shirts. Twee baluwe met daarop Thom Ventoux 2014 en een witte met AGU Sport Mont Ventoux
Michel en Raph hebben gisteren de eerste Thom Ventoux fietsshirts gekregen. Het shirt in het midden is wat ouder, 26 jaar om precies te zijn. Je kreeg het pas als je met een volle stempelkaart kon aantonen dat je op de fiets 20 Alpencols had bedwongen.

 

 

Pedal power: fietsen om accu’s op te laden

Er lijkt eindelijk een antwoord te zijn op de vraag: ‘waarom ga je fietsen?’
Naar alle waarschijnlijkheid is vandaag-de-dag het antwoord: om accu’s op te laden! ;-)

Want tijdens de voorbereiding van onze fietsreis liepen we tegen iets nieuws aan: tegenwoordig heb je verschillende apparaten bij je die behoorlijk wat stroom verbruiken. Op eerdere tochten hadden we geen mobiele telefoon bij ons en een analoge fotocamera. Maar deze keer gaan er apparaten mee die een accu hebben. En die accu’s moeten regelmatig moeten opgeladen. Het gaat om:

  • Twee smartphones
  • Een digitale fotocamera
  • Een krachtige zaklamp die ook als fietsverlichting dienst doet en daarom zijn eigen accu heeft
  • Een kleinere zaklamp

Oude garde

Michel en ik behoren inmiddels toch wel een beetje tot de oude garde: al die moderne gadgets zijn leuk, maar een fietsvakantie is toch vooral back to basic. Er zit weliswaar navigatie-software op de smartphone, maar we gaan desondanks lekker ouderwets navigeren met behulp van papieren kaarten, net als 20 jaar geleden. Want papier heeft onmiskenbaar meer charme dan een elektronisch alternatief, hoe efficiënt dat alternatief ook moge zijn.

Maar toch, een beetje reiziger doet tegenwoordig onderweg verslag van zijn avonturen, of in elk geval van wat daarvoor moet doorgaan. En aangezien we hebben besloten dat we daarbij niet achter willen blijven ontkomen er deze keer niet aan om een paar ‘stroomvreters’ mee te nemen. Want foto’s maken met een filmrolletje is inmiddels niet langer een optie meer.

Je smartphone achterlaten in de WC?

Maar wat als je nou ergens bent waar geen stroom is? Of er alleen maar een mogelijkheid is om je kostbare spullen op te laden in een publieke ruimte zoals het toiletgebouw op de camping? Daarom heb ik de afgelopen tijd uitgezocht wat de mogelijkheden zijn om de apparatuur op te laden met behulp van pedaalkracht. Uiteraard zonder dat het de hoofdprijs kost. Op de markt beschikbare kant-en-klare oplossingen kunnen aardig in de papieren lopen. Zelf zat meer te denken in de orde van grootte van tientjes; het leven is immers al duur genoeg. Maar de oplossing moet natuurlijk wél naar behoren werken.

Gelukkig is de investering niet alleen bedoeld voor de fietstocht; ook als we met de auto op vakantie gaan zullen de USB-laders en aanverwante spulletjes ongetwijfeld hun nut bewijzen.

De basis: een huis-tuin-en-keukenfiets

De fiets waarmee ik op pad ga is mijn gewone fiets voor dagelijks gebruik. Weliswaar wordt die al ruim vijf jaar gebruikt voor het woon-werkverkeer, maar het is wel degelijk een serieuze randonneur. De enige upgrades voor de fietsreis waren nieuwe banden, een nieuwe ketting. en een voordrager.
Toen de fiets werd gekocht had-ie al een naafdynamo in het voorwiel; dat is alvast een goed begin. Deze energiebron is echter niet zonder meer geschikt voor het beoogde doel: de spanning die wordt afgegeven is niet bruikbaar om een smartphone op te laden. En de batterijladers van de camera en van de zaklampen werken alleen op netspanning.

Doe-het-zelven

Afbeeldingen van de verschillende benodigdhedenDe zoektocht resulteerde in het volgende onderdelenlijstje:

  • Een spanningsregulator met een (micro) USB-uitgang
  • Een lader met een USB-ingang voor de 18650 accu’s van de zaklamp. Deze lader moet ook dienst kunnen doen als USB-laadstation voor andere apparaten. Een powerbank wordt zo’n ding ook wel genoemd
  • Een lader met een USB-ingang voor de camera-accu
  • Een lader met een USB-ingang voor accu’s in AA of AAA formaat
  • Een netlader met meerdere USB-uitgangen, voor de keren dat er wél een stopcontact in de buurt is

De naafdynamo geeft een spanning af van 6 Volt en heeft een vermogen van 3 Watt. Dat moet worden omgezet naar 5 Volt, de spanning waarmee USB-apparaten overweg kunnen. Deze klus wordt geklaard door de ReeCharge Dynamo Kit. Deze omvormer zorgt tegelijkertijd voor een constante spanningsafgifte, wat voorkomt dat aangesloten apparaten worden beschadigd door een te hoge spanning of pieken.

De lader voor de 18650 accu’s is een ENB 1A 1/2*18650 geworden. Dit apparaatje kan gelijktijdig geladen worden en een ander USB-apparaat opladen en kan met zowel 1 als 2 accu’s overweg.

Een USB-lader voor de camera-accu was gelukkig snel gevonden, net als de USB reislader voor AA-accu’s. Voor die laatste was wel een verloopkabeltje nodig. En tot slot was ook de netlader met meerdere USB-poorten eenvoudig online te vinden.

De uiteindelijke oplossing

De Reecharge is een onopvallend zwart plastic dingetje dat bedoeld is om vast te maken aan de voorvork. Maar er zitten wel twee lange draden aan. Omdat mijn fiets ook voor huis-tuin-en-keukengebruik wordt ingezet heb ik de voorkeur voor een oplossing die ook weer gemakkelijk kan worden verwijderd. Gelukkig bleek de koplamp van de fiets te zijn voorzien van extra stekkertjes. Daardoor was het niet nodig om, zoals in de montagehandleiding wordt beschreven, te priegelen met het stekkertje van de naafdynamo. Alle spullen passen samen met een smartphone in een frametasje. Het resultaat: het geheel is compact, ziet er onopvallend uit, is eenvoudig te verwijderen en er is maar één kort stroomdraadje zichtbaar.

De powerbank heeft een berekende capaciteit van tussen 20 en 23 Wattuur. Daarmee zou het een uur of tien fietsen moeten kosten om volledig op te laden.
Het handige aan deze powerbank is dat het zowel tijdens als na het fietsen worden gebruikt om de twee telefoons die we bij ons hebben, de camera-accu en twee AA-accu’s op te laden. En dan zou er nog genoeg stroom moeten overblijven voor de kop-/zaklamp.  In theorie zou de oplossing voldoende moeten zijn voor alle stroomverbruikers die we bij ons hebben.

Maar the proof of the pudding is in the eating. Of de berekening klopt – en of het geheel functioneert zoals bedoeld – weten we pas als we onderweg zijn…

17 mei 2014: Op weg naar Zuid-Frankrijk

Op deze pagina wordt vanaf zaterdag 17 mei 2014 verslag gedaan van de fietsreis naar de Mont Ventoux.

Michel vertrekt die dag op de fiets vanuit Wageningen en Raph vanuit Pijnacker. Ze hebben afgesproken in Drunen, waar Raph’s ouders wonen. Van daaruit fietsen ze samen verder naar Zuid-Frankrijk.

Tot die tijd zijn ze druk met de voorbereidingen, zoals het vinden van mensen die hun fietstocht willen ondersteunen met een kilometervergoeding voor het goede doel.

De visitekaartjes van TwoToVentoux
De visitekaartjes van ‘project TwoToVentoux’

Fietsen naar – en op – de Mont Ventoux voor het goede doel